
Rob Polet: “In het geloof vind ik een kompas, dat me helpt keuzes te maken.”
Op 5 oktober gaat diaken Rob Polet voor in de Alle-Dag-Kerk. Voor de vaste bezoekers een vertrouwd gezicht: hij gaat regelmatig voor bij ons in de kerk. In het dagelijks leven is hij diaken in de Basiliek van de heilige Nicolaas, in het centrum van Amsterdam. Wat vindt hij zelf eigenlijk in het christelijk geloof? “Ik krijg heel veel kracht van momenten van persoonlijk gebed. ’s Nachts als ik wakker lig, of ’s ochtends als ik vroeg wakker ben.”
Wat houdt je werk in?
Mijn werk is eigenlijk heel divers. Ik ben betrokken bij de caritas, de katholieke diaconie. Ik preek ook af en toe op zondag. Als ik niet preek ben ik er ook, en ik merk hoe belangrijk dat is. De mensen komen uit de hele stad, en uit de omgeving daarvan. Dat maakt dat die zondagen heel belangrijk zijn, iedereen ontmoet dan elkaar.
Verder doe ik het bredere pastorale werk: ik voer begeleidingsgesprekken met mensen, en elk jaar geven we een geloofscursus aan volwassenen die overwegen katholiek te worden of hun geloof willen verdiepen. Elk jaar hebben we best een flinke groep, zo’n twaalf tot twintig mensen doen mee. Er zijn altijd mensen die na de cursus ook katholiek worden. Daar ben ik dankbaar voor.
Heb je altijd voor de kerk gewerkt?
Nee, ik werk er nu 14 jaar. Maar ik ben al heel jong als vrijwilliger begonnen in de kerk. In de katholieke kerk kun je misdienaar worden, en dat werd ik op mijn elfde. Tijdens mijn middelbareschooltijd hielp ik vaak de koster: koper poetsen, spulletjes klaarzetten. Ik had ook veel contact met de pastor en hij suggereerde dat ik theologie zou kunnen studeren.
In mijn studententijd was ik wat zoekend: wat moet ik nou met die theologie? Ik wist het allemaal niet zo. Toen overleed de pastor van mijn jeugdparochie, en kwam er weer van alles boven. Ik zag: geloof is een rode draad in mijn leven, en het is ook wel het meest waardevolle. Dus het ligt voor de hand dat ik daar iets mee ga doen. En zo ben ik het pastoraat in gegaan.
Wat vind je in het geloof?
Vooral blijdschap. Vertrouwen. En ook een kompas, dat me helpt keuzes te maken. In de kerk zijn er allerlei vormen van geloof – en die zijn ook heel waardevol voor me – daarnaast krijg ik veel vertrouwen in momenten van persoonlijk gebed. ’s Nachts als ik wakker lig, of ’s ochtends vroeg als ik net wakker ben. Dan ben ik nog heel ontvankelijk. Dat zijn kostbare momenten.
Wat is voor jou een belangrijke christelijke waarde?
Niet oordelen, elkaar niet de maat nemen. Ik vind in de Bergrede, een heel klassieke tekst, prachtige dingen. En een daarvan is: haal eerst maar de balk uit je eigen ogen, voordat je naar de splinter in andermans ogen kijkt.
Als kind las ik heel veel in de kinderbijbel, en dat maakte veel indruk op me. Ik nam me dan voor om dat gelijk de volgende dag op school toe te passen. Dat ging niet altijd goed, nu trouwens nog steeds niet, maar het blijft wel een richtsnoer.
‘Niet oordelen’ is voor mij ook belangrijk omdat geloof voor mij ook hoort bij een gemeenschap vormen, blijvende verbindingen met anderen aangaan en solidariteit. Dat blijft niet gaande als je elkaar voortdurend de maat neemt. Dat kan alleen wanneer je inziet: we zijn ook allemaal stoethaspels ergens, en we doen allemaal ons best, maar we schieten ook te kort. En als we het goed doen, kunnen we blij zijn.
Zijn er nog andere manieren waarop geloof vorm krijgt in je persoonlijk leven, naast persoonlijk gebed?
Ik ben geraakt, en ook gevormd, door de spiritualiteit van de Jezuïeten, gesticht door Ignatius. In die spiritualiteit speelt het innerlijk een grote rol. Basis is het vertrouwen dat de Heilige Geest je ingeeft wat goed is om te doen, en wat goed is om te vermijden. Ignatius heeft dat uitgewerkt in een manier van bidden en overwegen waarin je keuzes kunt maken met God, of, beter: naar God toe.
Die spiritualiteit heeft me aandachtiger doen leven en ook gemaakt dat ik in het dagelijks leven meer probeer te onderscheiden wat het goede is om te doen. Een voorbeeld: Als ik hier op de computer aan het werk ben, en eigenlijk nog iemand zou bezoeken, soms denk ‘ik zou eigenlijk liever hier blijven zitten, het is slecht weer, ik kan ook een andere keer gaan’. Maar als ik dan toch die stap zet, en wegga uit dat comfort, dan merk ik dat daardoor iets opent in me, dat ik blij word, omdat ik een goede keuze heb gemaakt. Zo probeer ik ook in het dagelijks leven contact met God te houden.
Op welke manier schuurt het geloof soms met je dagelijks leven?
Ik vind het lastig dat ik altijd méér kan doen, er zijn altijd contacten te onderhouden. Terwijl je er juist goed aan doet om ervoor te zorgen dat je zelf ontspant, en bijvoorbeeld er voor te zorgen dat je huwelijk goed blijft.
En verder vind ik geloof in deze samenleving als geheel soms eenzaam, omdat het zo vaak om andere dingen draait. Als ik in gezelschap ben op een feestje vinden ze het óf heel interessant, óf ze gaan heel erg tekeer tegen het geloof.
Het geloof wordt niet door iedereen meer relevant gevonden. Terwijl het heel veel te bieden heeft, maar het is zoeken naar aansluiting bij het dagelijks leven van mensen.
Terwijl het geloof juist veel te bieden kan hebben in een wereld die draait om snelheid, geld en uiterlijk vertoon.
Ja, je ziet het ook nu weer bij de miljoenennota. Het land is heel lang bestuurd als de B.V. Nederland. Een belangrijke waarde is de economie, die moet het goed doen. Dat lijkt wel een soort afgod, waar van alles aan geofferd moet worden. Zorg komt dan op de tweede plaats.
En wat lastig is aan de christelijke kerk: we zijn niet zo heel sterk meer. De gemeente komt soms bij kerken aankloppen voor extra zorg. Maar het is niet zo dat als de overheid loketten sluit, wij die kunnen openen. De kracht van de kerk is wel dat ze gemeenschappen bouwt. Dat zie ik ook hier in de Nicolaas: er is grote betrokkenheid op elkaar. Als ik iemand opbel die ziek is, of er een tijdje niet is geweest, dan blijken allerlei anderen ook al te hebben gebeld, of een kaartje hebben gestuurd. Dat zijn heel kostbare dingen, zeker in een stad als Amsterdam.